De schuifregelaar retourneert de waarden afhankelijk van zijn positie. De positie kan daarbij door de gebruiker met het touchscreen worden veranderd. De waarde kan met het blok Gebeurtenis [] worden opgevraagd, zodra de schuifregelaar niet meer wordt bewogen. De opgevraagde waarde is een decimaal getal. Wil je dat de waarde van de schuifregelaar als heel getal wordt weergegeven, dan moet je het afronden-blok gebruiken. Het bijbehorende symbool voor de schuifregelaar is de streep met de cirkel. Wanneer je dit symbool in het raster trekt, wordt rechts een venster geopend. Hier kan onder Inspecteur
- de grootte van de schuifregelaar in pixels,
- de positie van de schuifregelaar in pixels (de hoek van de schuifregelaar linksboven ligt op het aangegeven punt)
- de naam van de schuifregelaar,
- de activiteit van de schuifregelaar,
- de uitlijning van de schuifregelaar,
- het waardebereik dat door de schuifregelaar wordt afgedekt en
- de waarde waarop de regelaar bij het starten van het display staat
worden vastgelegd.
Met het blok stel de schuifregelaarwaarde … in kun je de schuifregelaar naar een andere waarde verschuiven.
Met stel schuifregelaar geactiveerd [] in kun je de activiteit via het dropdown-menu (klein driehoekje) omwisselen.