Functies

Functies hebben ten doel om delen van de code opnieuw bruikbaar te maken en daardoor de code in zijn geheel te structureren. Wanneer een functieblok wordt gevuld, verschijnt in het functiemenu een nieuwe blok dat dezelfde naam draagt als juist dit functieblok. Het is nu mogelijk om in het hoofdprogramma alleen nog het blok met de naam van de functie te gebruiken. Wanneer het programma wordt doorlopen, leidt dit blok naar de code in de gelijknamige functie en werkt deze af.